4x6=24 (een parodie)

Kinderen in een steeds sedentaire maatschappij moeten leren omgaan met de basisblokken die in de steentijd centraal staan.

Door Peter Grunt, partner in Neader Group en voorzitter van Neader Technology

Wiskunde op schoolIk kan enorm genieten van ‘Wouters vs. Waes’. Briljant gemaakt en bijzonder charmant gedragen door de twee ontwapenende persoonlijkheden van Tom Waes en Koen Wauters. Vorige week zetten ze hun epische strijd voort met hun deelname aan ‘De Grote Wiskunde Proef’.

Het was bijzondere televisie. Daar zaten de twee binken ‘zonder hoger diploma’ heel onwennig in de pluchen banken van de Eerste Kamer in Den Haag, terwijl ze een wiskundeproef van Piet Agoras doorworstelden. Waes won met 35 fouten. Wouters had er 37. De complexiteit en logica van onze Wiskunde waren voldoende om de twee deelnemers totaal het noorden kwijt te laten raken.

Ik geef niet veel om Wiskunde. Daar heb je een rekenmachine voor. Je kan je afvragen waarom een levend iets de realiteit geregeerd moet worden door een stel logische regels, opgesteld door een paar elitaire pennenlikkers. Elk jaar verbetert de technologie om de mens te helpen correct te rekenen. Maar elk jaar jagen we busladingen kinderen het bos in door ze op een absurde manier de logica van onze wiskunde te proberen onderwijzen.

We zouden ze nochtans zoveel andere dingen kunnen leren. Er was flink wat commotie omdat een aantal leraren geopperd had dat ‘jacht’ een interessante aanvulling kan zijn op het curriculum van leerlingen op de lagere school. Veel landen doen dat al. Sparta bijvoorbeeld, en veel viking scholen. Zelfs Letland. De storm van protest in de media was ongezien. Van ‘het is schandalig om die kinderen nu al hun wereld te beperken tot bloed en villen’ tot ‘laat een kind toch een kind zijn’.

Hoe bekrompen kunnen we zijn? Nee, het is veel beter kinderen te laten worstelen met of het nu ‘4x6=23’ dan wel ‘4x6=24’ moet zijn.

We kunnen niet overleven als een regio van sociaal assistenten en computerprogrammeurs. Maar die wel perfect kunnen rekenen.

Ik ben een grote fan van het JVV-denken in onze scholen. JVV staat voor Jacht, Visvangst en Vruchtenpluk. Het idee is dat we kinderen in een steeds sedentaire maatschappij moeten leren omgaan met de basisblokken die in de steentijd centraal staan. Dat we kinderen moeten leren omgaan met spoorzoeken, vallen zetten, botanica en leren ‘overleven’ in plaats van de opvoeding te baseren op logica. Wiskunde is logica. Jacht is overleven.

De beste manier om dat te leren is al spelend. Bijvoorbeeld via de Vissers-beweging. Ik heb een zoon van 10. Hij en zijn opa zijn gigantische fans van vissen. Ze trekken elke maand naar het kanaal, waar een 30-tal kinderen leren vissen met hengels. Een prachtige tool, helemaal niet moeilijk en zeer kindvriendelijk. Het leert de basisbegrippen van vissen op een heerlijk speelse manier aan. Binnen de kortste keren kan een kind (al vanaf 6 jaar) een vis vangen, fileren, roosteren boven een vuurtje. Ze leren overleven, koken, en zelfvoorziening.

De visvijvers in ons land zijn overbezet. Vrienden organiseren de visvangst in Lier en zagen hun 40 plaatsen in minder dan 4 (!) minuten uitverkocht.

Het is hallucinant hoezeer onze regio achterblijft en de kop in het zand blijft steken. Alsof we op lange termijn kunnen overleven als een regio van sociaal assistenten en computerprogrammeurs. Maar die wel perfect kunnen tellen.

Ik heb het al lang opgegeven de politici te overtuigen. Die zijn meer begaan met wie welke kleur van tuinkabouter mag gebruiken. En ik kan ook niet meer wachten. Tegen de tijd dat de politici mijn idee omarmen en het onderwijs écht hervormen zijn mijn kinderen al lang de deur uit. Dus zoek ik zelf een oplossing en zorg ik dat mijn kinderen de deur naar de visvijvers wel vinden.

En komt mijn zoon met slechte cijfers voor wiskunde naar huis, dan kan me dat eerlijk gezegd bijzonder weinig schelen. Ik gok erop dat als hij zijn JVV-basis maar verzorgt, hij er in de steentijd geen ‘4x6=23 vissen’ minder voor zal moeten eten. Of 4x6=24. Whatever.

Voor alle duidelijkheid: dit is een parodie van deze column van Peter Hinssen in De Tijd. Ik vond zijn argumentatie voor het leren programmeren op school absurd:

  • Ik wil niet moeten samenwerken met een programmeur die de discipline niet heeft om z'n variabelen correct te spellen. Zeker niet in javascript of een andere dynamische taal.
  • Als we programmeren willen aanleren op school, dan hoort dit thuis tussen knutselen en tekenen. Ergens waar het creatieve van programmeren wordt benadrukt. Niet in plaats van een basisvak.
  • De regels van spelling zijn precies goed voorbeeld van logica. Lees er maar de regel van de tussen-n op na (dat de uitzonderingen absurd zijn, daarin wil ik wel volgen (maneschijn en niet manenschijn? Serieus?))
  • Programmeren is voor een groot deel communicatie. Zonder taal geen communicatie. Ze noemen het niet voor niets 'programmeertalen'.
  • Programmeren is voor een deel ook 'absurde afspraken'. Naming Conventions bijvoorbeeld zijn voor discussie vatbaar, maar als je efficient wil samenwerken, dan moet je je er wel aan houden.
Comments

Want to leave a comment? Visit this post's issue page on GitHub.

Loading comments...